Voer een zelfdiagnose uit
Als je problemen ondervindt met je ultrasone apparaat, kun je een eenvoudige zelfdiagnose uitvoeren. Bereid de diagnose voor door de volgende zaken te controleren.
- Maak je vertrouwd met de handleidingen en de technische specificaties van het ultrasone toestel. Als je ultrasone apparatuur een aanraakscherm heeft, staat er een kopie van de handleidingen op de SD-kaart die met je apparaat is meegeleverd.
- Alle onderdelen van het toestel, kabels en stekkers moeten droog zijn en geen zichtbare defecten hebben. Kabels met een lengte van meer dan 2 meter moeten worden uitgerold.
- De ventilatoruitlaten mogen niet geblokkeerd zijn. Raadpleeg de handleiding voor de maximale omgevingstemperatuur voor jouw ultrasone apparaat. De elektronica en de stekkers mogen niet nat of vochtig zijn.
- Sluit je ultrasone apparatuur aan op een stopcontact met het juiste voltage en voldoende stroomsterkte. Langzaam werkende zekeringen worden aanbevolen.
- Als je ultrasone apparaat een SD-kaartsleuf heeft, installeer de SD-kaart dan zonder schrijfbeveiliging.
- Inspecteer de sonotrode, booster en hoorn zorgvuldig op verkleuringen of beschadigingen. Gaatjes door cavitatie op de actieve oppervlakken is een normaal soort slijtage als gevolg van ultrasone cavitatie.
- De contactoppervlakken en de schroefdraad van de sonotrode, booster en hoorn moeten schoon, droog en zonder defecten zijn. Veeg de oppervlakken af met ethanol en laat ze drogen alvorens ze te monteren.
- Monteer de sonotrode zeer stevig. Zie de instructies in de handleiding. Een strakke montage van de sonotrode en van de boosters is zeer belangrijk.
- Als je ultrasone toestel een aanraakscherm heeft, controleer dan de instellingen en reset de kalibratie. Stel de tijd en de datum correct in.
- Stel de amplitude in op 100% en de cyclus op 100%.
- Zet een bekerglas of een emmer met kraanwater klaar die groot genoeg is voor jouw sonotrode. Het water moet op kamertemperatuur zijn.
- Draag gehoorbescherming en een veiligheidsbril! Andere persoonlijke veiligheidsuitrusting kan vereist zijn voor jouw sonificatiesysteem.
Nu aan alle eisen is voldaan, doe je het volgende:
- Start het ultrasone apparaat in de lucht.
- Als het ultrasone apparaat opstart, noteer dan het bedrijfsvermogen in watt. Niet alle ultrasone apparaten worden geleverd met een vermogensmeter of met een vermogensweergave op het aanraakscherm.
- Als het apparaat harde geluiden maakt of begint te pulseren, noteer dit dan. Een korte video kan ons helpen je te helpen.
- Als het ultrasone apparaat niet opstart, monteer dan een andere sonotrode indien beschikbaar. Probeer het dan opnieuw.
- Als het ultrasone apparaat nog steeds niet in de lucht start, houd hier dan op en neem contact met ons op.
- Als het ultrasone apparaat wel in de lucht werkt: dompel de trillende sonotrode langzaam onder in water. Er kan vloeistof opspatten. Kijk op de vermogensmeter of op het vermogensdisplay op het aanraakscherm. Het ultrasone vermogen zou moeten toenemen naarmate je de sonotrode dieper in het water dompelt.
- Als het ultrasone apparaat stopt bij het eerste contact van de sonotrode met water, monteer dan een andere sonotrode of booster, indien beschikbaar. Probeer het dan opnieuw.
- Als je ultrasone apparatuur stopt bij een vermogen dat aanzienlijk lager is dan het nominale vermogen, neem dan contact met ons op.
- Noteer eventuele status- of foutmeldingen.
- Als je ultrasone apparaat op volle kracht werkt wanneer de sonotrode volledig is ondergedompeld, laat het dan 5 tot 10 minuten draaien. Het gebruik van een standaard wordt aanbevolen voor grotere ultrasone apparaten.
Neem contact met ons op!
Als de bovenstaande stappen je probleem niet oplossen, neem dan contact met ons op! Probeer niet zelf een reparatie uit te voeren voordat je van ons terug hebt gehoord. Geef ons gedetailleerde informatie over je ultrasone opstelling en je probleem. Help ons jou te helpen, door ons de volgende informatie op te sturen; wij zullen dan zo snel mogelijk contact met je opnemen.
- Geef ons het serienummer van je toestel. Als je een apparaat met een aanraakscherm hebt, ga je naar de instellingen en scrol je omlaag naar het informatiegedeelte. Stuur ons ook de versienummers van de hardware en de software op.
- Maak meerdere foto’s van je ultrasone apparaat, toebehoren en van je complete opstelling. Hieronder valt ook een foto van de opstelling waarin het probleem zich voordoet. Een foto van de gaatjes door cavitatie op het oppervlak van de sonotrode helpt ons de staat van slijtage in te schatten.
- Stuur ons een gedetailleerde beschrijving van je probleem en de foutmeldingen die je waarneemt.
Beschrijf de omstandigheden waaronder het probleem zich voordoet. Vermeld het ultrasoon behandelde materiaal, zoals temperatuur, type vloeistof, viscositeit, volume en vloeistofdruk. Indien je een pomp gebruikt, specificeer dan het type en merk en voeg een foto bij. - Maak een foto of korte video waarop het probleem of de foutmelding te zien is terwijl het optreedt.
- Als je ultrasone apparaat een SD-kaart heeft, stuur ons dan de CSV-bestanden die zijn opgenomen tijdens de probleemoplossing, terwijl je probleem zich voordeed. Voeg indien beschikbaar een CSV-bestand bij van de laatste sonificatie, voordat het probleem optrad.
Wanneer je ons de informatie stuurt, probeer dan de totale grootte van de bijlage onder de 6 MB te houden. Gebruik ZIP-compressie indien nodig.
